Week 4 Van Warmenhuizen naar Santiago del Compostela
Dag 22
Vannacht hebben wij nog een buitje gehad, waarna de lucht bewolkt bleef. Het gevolg hiervan was dat de temperatuur vannacht niet zo laag was als de dagen daarvoor. Om half negen vertrokken wij goed ingepakt in westelijke richting.
Het landschap was eentonig, rechte wegen met aan weerszijden de uitgestrekte graanvelden. Op de paden langs de weg een constante stroom van wandelaars. De dorpjes waar we doorheen gingen zagen er veelal verlaten en verwaarloosd uit. Dit is een armoedige streek. Dit veranderde toen wij door de eerstvolgende centrumplaats reden, Mansilla de las Mulas. Dit is een aardig stadje met leuke straatjes en gebouwen. Vervolgens ging de tocht verder naar León. Een grote stad met meer dan 150.000 inwoners. Wij zijn rustig door het centrum gereden, langs de Casa de Botines van architect Gaudi (een prachtig gebouw). Wij zijn in de kathedraal geweest (een mooi gebouw, zowel van binnen als van buiten).
Via de goed aangegeven routebeschrijving waren wij zonder problemen de stad weer uit en gingen wij op weg naar Hospital de Orbigo. Onderweg slechts een paar korte klimmetjes op de over het algemeen rechte wegen. Hier en daar kwamen wij een herder tegen met zijn schapen. In gebarentaal maakte hij duidelijk dat zijn kudde ongeveer 300 stuks bevatte. Hij liet ons zien wat zijn honden deden op de door hem gegeven commando’s. Heel bijzonder hoe snel en efficiënt deze commando’s werden uitgevoerd. Op het laatste deel van het traject moesten wij weer over een grindpad. Onze fietsen zijn eigenlijk niet geschikt voor deze slechte paden. Maar omdat wij geen andere routebeschrijving hebben, zijn wij wel genoodzaakt deze te nemen. Bij aankomst op de camping bleek ook dat de bus dezelfde route had genomen. Jan kreeg net op 50 meter voor het einde van het pad een lekke band.
Hospital de Orbigo is een mooi stadje met een fraaie van oorsprong Romeinse brug over de rivier. Wij staan op een fraaie camping met heerlijke douches, waar het echter nu is begonnen te regenen. De partytent met zijvlakken biedt nu wel uitkomst. Wij hebben vandaag rustig aan gedaan, want de afgelegde afstand was 110 kilometer. Morgen wacht ons een klim van ongeveer 28 kilometer, met stijgingspercentages die vaak tussen de acht en tien procent zijn, en die ons voert naar de top van de Irago-pas op 1510 meter. De weersverwachting is ongunstig, want er wordt de gehele dag regen voorspeld. De temperatuur in en rond de steden zou uitkomen op maximaal 13 graden, dus wij kunnen wel nagaan hoe koud het boven zal zijn. De temperaturen hier in Spanje vallen ons in zijn algemeenheid tegen. Het is aan de frisse kant.
Dag 23
Gisteravond regende het en was het niet aangenaam onder de partytent.Wij besloten derhalve een plaatselijke lokaliteit op te zoeken waar wij ons nog enige tijd zouden kunnen verpozen. Er werd voor de bierliefhebbers een goed glas koud bier geschonken en de overigen kregen een lokale wijn geserveerd. Ongevraagd kwam de kastelein ons eerst met nootjes en later met ansjovis verblijden. Hij werd telkens met instemmende geluiden begroet. Hij glunderde ervan. Voor 4 flessen wijn en tien pilsjes en de nodige versnaperingen rekende hij € 30. Wellicht heeft hij ons korting gegeven omdat hij een “amigo del camino de Santiago” was, zo bleek uit het visitekaartje dat hij ons bij het vertrek gaf.
’s Nachts regende het door, maar toen wij om 7 uur opstonden was het gelukkig droog. Goed voorzien van alle regenkleding, want de vooruitzichten die wij op de Spaanse tv hadden gezien, gaven alleen maar buien in deze omgeving aan.
De eerste grote plaats die wij aandeden was Astorga, met zijn prachtige gebouwen. Het bisschoppelijke paleis, ontworpen door Gaudi, en de naast gelegen kathedraal zien er binnen zeer fraai uit. Vanuit deze stad beginnen ook veel wandelaars aan het laatste gedeelte, zo vertelde een Nederlandse vrouw die net met de bus uit Madrid was aangekomen.
Na Astorga ging de weg geleidelijk omhoog door een bijzonder fraai ruig gebied naar een hoogte van ruim 1500 meter. De hei, zowel paars als wit, bloeide uitbundig langs de kant van de weg. De klim is de laatste paar kilometer zo rond de 10 %. .Een fietser met bepakking loopt met de fiets aan de hand omhoog.
In de aanloop naar de klim hebben wij het gerestaureerde dorpje Castrillo de Polvazares bezocht. Wij kunnen dat vergelijken met Orvelte. Het wegdek was in feite niet geschikt om er over te fietsen. De huizen zijn weer naar de oorspronkelijke staat herbouwd.
Aangekomen bij Cruz de Ferro wordt de door ons meegenomen steen op de heuvel neergelegd. Vele pelgrims leggen of werpen hier een steen op de berg onder het kruis, als symbool voor het afleggen van een deel van hun last. Boven aan de top was het wel fris, maar het regende niet en het zag er ook niet naar uit. Eerst hebben wij onderweg nog even stilgestaan in het ook geheel opgeknapte dorpje El Acebo met zijn fraaie buitentrappen. Wij daalden af en aan andere kant van de berg begon het te regenen Er werd heel voorzichtig gedaald. Wij waren blij dat er een dorpje kwam met een restaurant, waar wij ons konden verwarmen en ook onze regenkleding, die in de bus lag, weer aan konden trekken.
Tien kilometer verder, toen wij gedaald waren tot een nivo van 540 meter, werd het weer droog en begon gelijk de zon te schijnen. Alle regenkleding weer uit. Het was een fascinerend gezicht dat boven het dal een strakblauwe hemel was, waar de zon uitbundig in scheen en dat boven de bergen donkere wolken zich onheilspellend samenpakten.
In Villafranca del Bierzo moesten wij de weg zoeken naar een camping. Geen enkel aanwijsbord te bekennen. Toen wij de weg vroegen aan een Spaanse, al wat oudere, heer, adviseerde hij niet naar de camping te gaan maar naar de gemeentelijke refugio. Wij konden onze verzorgingsploeg toch niet op de camping alleen laten zitten, dus gingen wij toch weer op weg. Via wat omwegen en een aantal keren vragen zijn wij toch op de camping aangekomen. Wij hebben vandaag 110 kilometer afgelegd.
Dag 24
Gisteravond hebben wij nog even gezellig aan de bar van de camping gezeten. De eigenaar trakteerde ons nog op een glaasje Orujo. Hij noemde dit 1-april-water, dat hij zelf gemaakt had. Het zou goed voor de ogen en de maag zijn . Hij had dit spul in cola flesjes op de bar staan. Het is een pittig sterk drankje van druivenschillen gestookt tot een alcoholpercentage van minstens 40 %. De meesten van ons hadden aan 1 glaasje voldoende, maar 1 van ons vond het zonde om de fles half vol te laten staan. Nadat hij daarna nog een biertje had genomen voor het slapen gaan, dook hij in zijn bed, zonder de deur van de auto dicht te doen. Degenen die dicht bij de bus sliepen konden zijn verhalen in zijn droom horen. Het stopte pas toen hij door kreeg dat het toch wel koud was en de deur sloot. De volgende morgen vertelde hij dat hij in deze drie weken nog niet zo goed geslapen had.
Vanmorgen vertrokken wij onder een strakblauwe hemel, maar wel koud: 8 graden, om 9 uur vanuit Villafranca, gelegen op 510 meter naar de Alto de Poio, gelegen op 1335 meter. Onze verzorgers vertrouwden op de Tom Tom en werden de verkeerde kant opgestuurd, waardoor zij vast kwamen te zitten. Met behulp van een boer met trekker konden zij weer op weg geholpen worden.
In Ambasmestas konden wij voor het eerst in het kerkje zelf een stempel in onze credantial zetten. Wij hebben daar ook eindelijk een schelp gekocht om uiting te geven aan ons Santiago-gevoel.
De klimmetjes van vandaag waren vaak stevig. Deze waren veelal met stijgingspercentages die lagen tussen de 7 en 10 % Wij hebben het dorpje Cebreiro, dat geheel onder monumentenzorg valt, bezocht. Vervolgens gingen wij op weg naar de top van de Alto San Roque, waar een pelgrimsbeeld staat. Na de Alto de Poio begon het in de afdaling alweer zachtjes te regenen, maar met een snelheid van 50 kilometer of meer voel je de regen zeker. Na de afdaling van 12 kilometer naar Triacastela dat op een hoogte van 665 meter ligt moesten wij eerst weer opgewarmd worden. Wij hebben in een herberg een kopje koffie gedronken. Het was daar al een drukte van belang, want er waren al heel veel wandelaars die gestopt waren en hier een plaats voor de nacht zochten . Om circa 1 uur waren wij daar en was er al geen plaats meer. Een slaapplaats kostte maar € 7 voor 1 nacht.
Wij vervolgden onze weg, terwijl het geleidelijk meer begon te regenen. Vanwege de regen hebben wij geen oog meer gehad voor de eventuele fraaie gebouwen en vergezichten. Wij hadden nog slechts 1 doel. Het vinden van een slaapplaats voor de nacht. Wij hebben die gevonden op een eenvoudige camping in Portomarin. Wij kijken uit op een groot meer.
Het was vandaag een dag van tegenstellingen. Vanmorgen een strakblauwe lucht met een heerlijk zonnetje en ‘s middags bewolkt met buien. Willem Half die zonder beenstukken en handschoenen reed en de overigen hadden zich stevig ingepakt en terwijl Gerard zijn winterhandschoenen aanhad. De ene kant van de berg zon, de andere kant regen.
Wij hebben vandaag 105 kilometer gereden en wij hopen dan morgen vroeg in de middag in Santiago aan te komen. Het traject van morgen is ook nog redelijk heuvelachtig. Wij verlangen wel naar het einde. Voor ons is de tocht toch wel zwaar geweest. De spieren gaan af en toe protesteren.
Dag 25
Gisteravond hebben wij in het restaurant van de camping gegeten. Het lag toch redelijk ver van het stadje, maar alle plaatsen waren toen wij om 11 uur vertrokken bezet. Heerlijk gegeten en voor weinig.
Wij vertrokken voor de laatste etappe naar Santiago om half negen in een kleine wereld. Rondom mist en koud. Gelukkig kregen wij gelijk een klim van 12 kilometer om warm te worden. Boven gekomen werd de mist minder en brak de zon door. De warme kledingstukken gingen uit. Onderweg nog een tweetal fietsers uit Den Haag gesproken die de nacht in een refugio hadden geslapen, 30 man op een kamer, warm en stinken. Hij had nauwelijks geslapen
In de eerste fase van het traject kwamen wij weer veschrikkelijk veel wandelaars tegen, maar op enig moment week de fietsroute af van de wandelroute. Wij moesten over stukken doorgaande weg rijden, waar het doorgaans zeer druk is, maar doordat op zondag geen vrachtverkeer is toegestaan, was het fietsen redelijk aangenaam
Onderweg nog even gewacht op de processie, maar dat duurde toch te lang. Dus gingen wij weer voort op een golvend terrein met veel klimmen en dalen. Om half vier kwamen wij in Santiago en toen begon het gelijk weer te regenen.
Jan Karsten ging gelijk de laatste stempel halen en onze oorkondes. Het was zo druk dat hij meer dan een uur in de rij moest staan. Bij het zoeken naar een camping werden wij geholpen door een lieftallige Spaanse die met de auto ons naar de camping loodste. Wij hebben 110 kilometer gereden, maar met het zoeken naar een camping nog eens 10 km extra.
’s Avonds zijn wij lopend naar de stad gegaan en hebben daar wat gegeten.
Vannacht is het gaan regenen en het regent nu, maandag om negen uur, nog. Het is de bedoeling dat wij nu de stad en de kathedraal gaan bezoeken en dan richting huis.
De laatste dagen
Na het opruimen van de tenten en het verzenden van het verslag van dag 25 vertrokken wij richting centrum stad. Het vinden van een parkeerplaats ging deze keer redelijk vlot. In de stromende regen togen wij richting Kathedraal. Daar aangekomen was er een mis gaande, waarbij alle lichten brandden, waardoor het interieur meer tot zijn recht kwam. Wij waren juist op tijd met ons bezoek, want kort daarna kwamen een aantal grote groepen de kathedraal binnen, waardoor er lange rijen ontstonden bij de opgang naar Jacobus.
Omdat wij op dag 25 hadden besloten niet naar Kaap Finistère te gaan, namen wij afscheid van Santiago en gaven wij rond 11 uur de Tom Tom opdracht de snelste route naar huis te berekenen. Het duurde wel even voordat hij de juiste weg had berekend. Even na 11 uur zette de auto zich in beweging richting Warmenhuizen. De rit zou volgens de berekening circa 24 uur duren.
Over goede en redelijke rustige Spaanse wegen via Oviedo, Santander, Bilbao en San Sebastian waren wij rond zeven uur aan de Franse grens. Het weer was inmiddels beter geworden. Boven de kust was het redelijk zonnig, maar boven de bergen regende en onweerde het nog steeds. Aangezien wij nu dicht langs de kust reden, was het rijden niet zo inspannend als tijdens de regen. Wij zouden de nacht willen doorbrengen in een hotel langs de snelweg, maar in Spanje vonden we er geen, daarom gingen wij in St. Jean-de-Luz van de snelweg af en zagen bij een routier redelijk veel vrachtwagens staan. Dit was voor ons een gunstig teken. Waar veel volk is, is het meestal ook goed vertoeven.
Wij mochten aan de lange tafels aanschuiven bij de chauffeurs. Heerlijk gegeten voor een redelijk goedkoop tarief. De eigenaar heeft ons de weg gewezen naar het dichtstbijzijnde hotel. Er was voldoende plaats. De volgende morgen konden wij vanaf 7 uur ontbijten en met een goed gevulde maag vertrokken wij om half acht. Het ontbijt was voldoende gevarieerd.
Langs de grote weg stonden op alle parkeerplaatsen nog heel veel vrachtwagens. Kijkend naar de plaats van de verst geparkeerde vrachtwagen zou men de indruk kunnen krijgen dat er op enig moment die nacht nauwelijks een plek om te rusten over was..
De reis verliep langs Bordeaux voorspoedig en wij bespraken dat wij het liefst die avond thuis zouden zijn, indien er geen files en ander ongerief zou zijn. Volgens onze berekeningen zouden wij rond 3 uur in Parijs zijn. Een redelijk gunstig tijdstip vonden wij. Om 11 uur begon het te regenen. De drie zwagers wisselden elkaar telkens na twee uur af. Jan Boots loodste ons op een bekwame wijze door het drukke en regenachtige Parijs. De files vielen ons achteraf mee en rond half zeven passeerden wij de Frans –Belgische grens, waarna de regen stopte. In Nazareth nog even een biefstuk gegeten. Om half acht reed de auto alweer op de snelweg. Het thuisfront was ingelicht dat wij tussen 10 en 10.30 zouden arriveren.
Jan reed de laatste etappe en alles ging gelukkig vlot. Hij wilde tijdig thuis zijn want Dennis (is stuurman) moest die nacht weer voor 10 weken weg. De boot, waarop hij werkt, zou de volgende morgen in Hamburg aankomen en gelijk weer vertrekken.
Om 10 minuten over 10 waren wij weer terug. Wij werden hartelijk verwelkomd door echtgenotes en andere familieleden. Wij klommen vermoeid en stijf uit de auto en konden ons eindelijk weer verenigen met onze dierbaren.
Wij hebben een prachtige reis met veel hoogtepunten gemaakt, die als zeer geslaagd mag worden beschouwd. De samenstelling van de groep was van een hoog gehalte. Er is nauwelijks sprake geweest van enige irritatie. Althans het heeft zich niet geopenbaard. De door Occasion De Banne gesponsorde trainingspakken en kleding hebben bijgedragen tot een teamgevoel. Wij waren een groep. Waarschijnlijk een nog belangrijker element is de zeer goede verzorging door Jan Boots en Wullem Dekker. Zij slaagden er telkens weer in om ons elke dag een gezonde hap voor te schotelen. Alle pannen raakten altijd leeg. Zo is er in totaal ongeveer 60 kilo aardappelen opgegeten, met de nodige groenten. De broden waren op een bepaald moment in Frankrijk en Spanje niet aan te slepen. Het is vaak voorgekomen dat er twee maal per dag brood gekocht is. Dit lezend is het toch opmerkelijk dat alle fietsers zijn afgevallen. Het aantal kilogrammen varieert van 2 tot 5 kilo. Als een aantal mensen een soortgelijke reis zouden willen maken en een verzorgingsteam nodig heeft dan bevelen wij deze twee heren van harte aan. Maar, naar wij hebben vernomen, laat Lia haar Wullem niet meer zo lang van huis, dus dan zal zij ook mee moeten.